Buurtbusverhalen

Verhaal nummer 1 Sociaal werk


Door Henk van Keken
februari 2018

Ik zit dan wel niet zolang op de buurtbus maar ik heb toch al wat leuks meegemaakt!
Op een vrijdag stopte ik op station Vathorst en daar stapte een bejaarde vrouw in.
Op zich niets vreemds, zou je zegge, maar hier start dan toch wel het verhaal:
We raakten, zoals gewoonlijk,  aan de praat en het bleek dat ze in een bejaardewoning woonde. Ze voelde zich daar vaak erg alleen en had besloten om daar wat aan te gaan doen. Dus had ze de bus gepakt en zo was ze op station Vathorst beland en laat ik daar nu staan met buurtbus 572.
Ze begon te vertellen.
Ze had bedacht dat het zo’n gezellig klein busje was dat ze daar wel eens mee wilde gaan toeren, dus zo gezegd zo gedaan.
Onderweg kreeg ik haar verhalen te horen over vroeger en wat ze had meegemaakt.
Al pratend vervolgde ik de route en uiteindelijk kwam ik in Soest aan en dus het eindpunt van deze route.
Ik vroeg aan haar of ze er niet uit had gemoeten “Nee hoor” , was haar antwoord. “Het is veel te gezellig. En daar komt bij dat het zo’n leuke en mooie route is. Dit had ik echt niet willen missen.”
Ik kon haar heel goed begrijpen, ze zat gewoon ‘prinsheerlijk’ en ze kon ook nog haar verhaal kwijt.
Vanaf dat moment besefte ik dat het voor sommige ouderen inderdaad een uitje was om mee te gaan.
Ik heb haar op de pauzeplaats een bakje koffie aangeboden en we zijn al pratende weer terug gereden naar Vathorst. Ze heeft me wel  vier keer bedankt voor de fijne rit en de koffie.
Vanaf nu had ik een regelmatig terugkeerde vaste klant die ik met een praatje en een kop koffie heel gelukkig maak.

Hiervan kan ik zo genieten. Je bent niet alleen maar bestuurder van een buurtbus maar ook een beetje sociaal werker.


Verhaal nummer 2. Kitchenette


Door Douwe Kamstra
juni 2018

Het is heel zomers geweest de laatste dagen en de lange avonden zijn mij lief.
Vandaag echter kwam er aardig wat regen uit de hemel, op sommige plekken spatte het water hoog op als je met de buurtbus er door heen reed.
In de cabine rook je de vochtigheid, hij hing een beetje zwaar in de lucht.
De mensen hadden allemaal een paraplu bij zich, dat kon ook niet anders, want de meeste bushaltes hebben geen overkapping
en dan zou je doornat zijn geweest. Ik denk dat het vandaag drukker was door de nattigheid.
Nou zou ik helemaal geen eigenaardige dag hebben gehad als er niet iets geks gebeurde.
Ik was in Baarn, en zoals gewoonlijk was ik iets te vroeg. Dat komt omdat de route over een brug gaat. Die brug kan openstaan
en dan verlies je een aantal minuten. Die minuten zijn dus ingecalculeerd in het rittenschema, vandaar dat je eerder arriveert
als de brug niet opengaat.
Ik sta te wachten op de Drie Eiken totdat de copilot zegt dat ik weer verder kan.
Dan tikt er een meisje op het raam.
Ze heeft geen paraplu en verder alleen een t-shirt aan. Dus ze is al behoorlijk nat geregend. Ach arme!
Ik doe de deur open en wil haar binnen laten.
‘Can you take my kitchenette in the bus?’ vraagt ze beleefd.
‘Pardon?’
Ik kijk, maar zie niks, wat bedoelt ze eigenlijk?
Dan wijst ze naar achteren en daar staat een soort stellingkast, twee meter hoog en ongeveer één meter breed.
Ik krab eens achter mijn oren, zie geen heil in deze verhuisklus en zeg ‘very unlikely’ en ze ziet dat ik twijfel.
‘Can you open the backdoor?’
Ik heb die klep nog nooit geopend en daar heb ik nu geen zin in.
Toch maar even beter kijken wat ze bij zich heeft. Het lijkt demontabel en ik vraag haar of het op een of andere manier
in te klappen is. Dat lijkt zo te zijn. Maar dan zijn er nog twee grote stukken.
Als ik dan bijna nee wil zeggen zie ik dat ze erg teleurgesteld is en dan denk ik ‘what the heck’ en samen proberen
we de grote stukken in de bus te krijgen door de voordeur.
Dat lukt!
Zonder iets te beschadigen, daar let ik goed op.
Er kan geen mens meer bij maar ik gok er op dat er geen passagiers meer komen tussen hier en station Baarn en
we steken weer van wal – vier minuten over schema, dat dan weer wel.
Het gaat prima en we halen zonder problemen station Baarn, waar we de winkel weer helemaal uitpakken.
Dan staat er een meneer die mee moet naar Soest, haast heeft, want hij moet de aansluiting halen.
O jee denk ik, nu gaat het toch nog fout!
Het meisje wil me uitgebreid bedanken, maar ik moet verder.
Ik zie dat ze glimlacht en ik ben blij dat ik heb geholpen.
Even later : gelukkig ! De meneer komt op tijd bij zijn bus 47S in Soest!
Even verderop neem ik een kop koffie op de rustplaats.
Hè, hè!
____________________________________________________________________

Verhaal nummer 3. Patat

____________________________________________________________________

Door Douwe Kamstra
fevruaria 2019

Station Vathorst.
Ik draai de buurtbus en zet de lichtkrant op Soest-Noord.

Het is vandaag een heldere Februari-dag, de zon schijnt lekker.

Ik rij rustig de haltes voorbij, er zit één meisje in mijn bus.
Ze zit te bellen, ik hoor haar praten. Dat doet ze zachtjes, daar kan je geen last van hebben.
In het centrum van Spakenburg stapt ze uit.
In Baarn stapt een mevrouw in: “Chauffeur, ik moet naar Bunschoten. U gaat eerst naar Soest zeker?”, vraagt ze.
Ik knik.“Dan ga ik toch met u mee, anders moet ik hier in de kou wachten tot u terugkomt”.
Tja, ik kan dat niet weigeren, hoewel ik besef dat ze dan ook bij het eindpunt in Soest in de bus moet blijven wachten tot ik weer terug rijd.Als we daar dan zijn, zeg ik : “Mevrouw, ik ga even koffie halen, u mag blijven zitten, ik vertrouw u wel”.
Maar ze zegt : “Nee, dan ga ik een blikje cola halen” : ze had de Turkse bakkerij gezien, blijkbaar wist ze dat je daar ook frisdrank kan kopen.

Als ik koffie gehaald heb, wacht ik even tot ze weer terug komt, tenslotte heb ik 10 minuten voordat ik verder moet. Die 10 minuten zijn bijna om als ze terugkomt: géén cola, maar……een hele grote bak patat!!
Ze ziet me kijken : “O, ik mag daarmee niet in de bus natuurlijk. Wat stom!“.Mijn gezichtsuitdrukking geeft haar blijkbaar aanleiding tot de opmerking : “Ik zie dat u in een goede bui bent vandaag” , beoordeelt dat als een goedkeuring en ze stapt in.“Mevrouw, ik mag u eigenlijk niet binnenlaten, maar ik zie het nu door de vingers”.Terwijl ik dat zeg, heb ik al spijt.

Twee haltes verder stappen drie scholieren en twee dames in.
De bus is nu al bijna vol. De zwaar-zure stank van de friet met mayo vult de bus.
Een raampje open zetten met de kou is geen optie.

Ik voel me verantwoordelijk en roep om: “Beste mensen, ik heb die mevrouw bij wijze van uitzondering toestemming gegeven om een frietje te eten, sorry voor de overlast”.
De passagiers vinden het kennelijk niet erg, maar de mevrouw is blijkbaar toch wat aan met de situatie. Ik hoor haar frommelen met de bak patat.
In de spiegel zie ik dat ze alles in een plastic tas heeft gedaan.

Wennen we nu aan die weeë geur of wordt het wat minder?
In ieder geval zitten we tot Bunschoten in een rijdende frietkot.

Dan stapt ze uit, een lege bak friet in de hand.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *